Alle mensen die hier hun laatste rustplaats vonden hebben zo hun levensverhaal. Zonder dan ook de pretentie volledig te zijn volgen er hier enkele in het kort.
O-05-09: J.A. Bots en C.M.J. Gijrath.
Johannes Alphonsus Bots was mede-eigenaar van de schoenfabriek Gebr. Bots aan de Achterstraat (thans Hofstraat). Deze fabriek voerde de merknaam ‘De Komeet‘. Ook hij was actief in de plaatselijke politiek. Op 10 december 1945 overleed hij op 66-jarige leeftijd.
F-03-12: Th. de Natris.
Dorus de Natris vervulde de functie van dorpsomroeper van 1897 tot 1947. Naar het bellen – om de aandacht van de bevolking te trekken – werd hij ook wel ‘de belleman‘ genoemd. Vóór hem had zijn vader Jan Baptist de Natris die functie gedurende 50 jaar uitgeoefend (1847-1897). In totaliteit dus 100 jaar door vader en zoon. De functie van beide geslachten De Natris vormde de aanleiding voor de naamgeving van het nieuwe Dommelse centrum.
K-05-07: P.A. van Delft en H.H. van Mierlo.
Petrus Adrianus van Delft, geboren op 9 juli 1891 in Waalwijk en overleden op 31 dec. 1966, trad op 27 dec. 1911 in dienst bij de firma Gijrath en Bots. Na de splitsing in 1928 in de N.V. Gijrath en de N.V. Botycos bleef hij in dienst van de N.V. Gijrath. Begonnen als assistent boekhouder klom hij op tot directeur (1939). In het sociaal-maatschappelijk leven vervulde hij veel functies: penningmeester van het Wit-Gele Kruis, bestuurslid E.H.B.O., lid van het comité zieken apostolaat, groepscomité der rk. verkenners, mede-oprichter en bestuurslid van de rk. sportvereniging V.S.V. en voorzitter van de buurtvereniging ‘Het Huukske’. (foto P. Nass)
L-17-17: Willem Henri van der Heijden.
In de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog vonden veel Valkenswaardenaars werk in de Kempense steenkolenmijnen in Belgisch Limburg. Een van hen was Willem Henri van der Heijden. Hij kwam echter op 30 maart 1960 om bij een dodelijk ongeval in de Kolenmijnen André Dumont N.V. in Waterschei. Op de grafsteen staat een mijnwerker met houweel en lamp afgebeeld. Zijn helm heeft ook op het graf gelegen maar is inmiddels verdwenen. Een identieke steen stond op het graf van mijnwerker Henk Dielissen uit Duizel. Hij overleed ten gevolge van een bedrijfsongeval bij de mijn van Zwartberg op 28 september 1960. Die steen is sinds begin 2019 opgenomen in de collectie van het museum ‘Het Mijndepot’ van stichting Het Mijn-Verleden in Genk.
O-04-01: A.A.J. van Rooij en A.M.A. Janknecht.
Een qua vormgeving opvallend monument is het graf dr. Arnoldus Adrianus Josephus van Rooij (Schijndel, 20 juni 1896- Valkenswaard, 2 april 1964) en zijn echtgenote Amalia Maria Antonia Janknecht (Venlo, 14 jan 1899- Venetië, 16 sept. 1960) .
Na zijn examen in 1925 vestigde hij zich voorgoed in Valkenswaard en zou de daarop volgende 39 jaar hier de functie van huisarts uitoefenen. Het echtpaar woonde in het huis ‘Den Hoek‘ op de hoek van de Bakkerstraat en de Hofstraat.
Op 6 april 1964 werd hij hier begraven. Zijn vrouw Amalia was vice-presidente van de St. Elisabethvereniging (hulp aan zieken en armen). Ook hun jong gestorven dochtertje Marie Louise Frederique is in het graf bijgezet.
D-03-06: H.J. Jonkers en M.E. van Herk.
Hendrikus (Driek) Jonkers, geboren op 9 november 1888 in Borkel, begon in 1919 aan de Dommelseweg een garagebedrijf. In 1921 werden de activiteiten met
busdiensten voor openbaar vervoer uitgebreid: de “Eerste
Meierijsche Autobusdienst” kortweg EMA was een feit. In 1987 werd het bedrijfsonderdeel op het gebied van openbaar vervoer overgedaan aan de BBA. (Brabantsche Buurtspoorwegen en Autodiensten, inmiddels opgegaan in het Veolia-concern) Driek Jonkers overleed op 23 mei 1975.
C-04-05: J. van den Besselaar en C. Verhoeven.
De productie van schoenen was voortgekomen uit de leerlooierijen die er verschillende waren in Valkenswaard. Aanvankelijk werkten de schoenfabrikanten uitsluitend met thuiswerkers. Jan van den Besselaar (1847-1929) wordt gezien als de eerste schoenfabrikant. In 1893 heeft hij al een schoenfabriek aan de Deelshurk naast het café ’t Wit Perd aan de Luikerweg. In 1908 bouwt hij een nieuwe schoenfabriek aan de Luikerweg waar zich nu het bejaardencentrum Kempenhof bevindt.
Zijn opleiding had hij genoten in Waalwijk en zodoende had hij zijn uit Dussen afkomstige vrouw, Catharina Elisabeth Verhoeven leren kennen. Zij trouwden in 1871. Hij vervulde ook maatschappelijke functies zoals voorzitter van de sociëteit ‘Burgers Genoegen‘, was kerkmeester en lid van het Armenbestuur.
U-15-03: jhr. Johan Hendrik Waubert de Puiseau
(ook als ‘Woubert’ en ‘Puisseau’ geschreven)
Een eenvoudige liggende steen bedekt het graf van jonkheer Johan Hendrik Waubert de Puiseau op de positie U-15-03. Hij werd geboren op 14 augustus 1840 in het Friese Sneek als zoon van jonkheer Charles Louis Waubert de Puiseau en Vrouwe Henriette Margaretha Taetske Beuckers-Andreae. Zijn vader was directeur van het postkantoor in Sneek.
Zijn voorouders, die tot de adellijke families van Frankrijk behoorden, kwamen uit Noord-Frankrijk.
Hij was, zoals dat toen heette, sinds 1878 commensaal bij de protestantse landbouwersfamilie Holzenbosch-van den Berg die op U-16-7 zijn begraven. Daarvoor woonde hij in Budel. Het bevolkingsregister en de burgerlijke stand geven ons helaas geen informatie over zijn beroep, maar uit zijn erfenis valt op te maken dat hij niet onbemiddeld was. Hij overleed op maandag 17 februari 1890, was ongehuwd en werd slechts 49 jaar.