In 2005 is in opdracht van het gemeentebestuur een modern kunstwerk gerealiseerd. Het werd gemaakt met een tweeledig doel. In de eerste plaats is er het streven naar vergroting van de recreatieve en meditatieve waarde van de begraafplaats als onderdeel van het Don Boscopark. Een tweede motief wordt gevonden in het verlangen naar een monument ter nagedachtenis aan al die duizenden mensen die hier in de loop der eeuwen zijn begraven en als gedenkplaats voor de overledenen wier as hier is of wordt uitgestrooid.
Het is een gezamenlijk werk van de Bredase beeldend kunstenaar Paul van Osch en de Valkenswaardse dichter Frans Hoppenbrouwers. Van Osch heeft gebruik gemaakt van bestaande ‘sporen’ uit het verleden en aansluiting gezocht bij het lijkenhuisje. Daar heeft hij gekozen voor een vijftal bankjes die zijn geïnspireerd op kerkbankjes. De bankjes hebben een zit- en een knielgedeelte. Aan de bovenzijde zijn ze afgedekt met goten van Ierse hardsteen. In de goten stroomt het water als symbool van het leven. De opstelling in een ritmische herhaling verwijst naar de bestaande graven. Op de goten staan teksten van de hand van Frans Hoppenbrouwers. Op ieder element staat een regel van het gedicht ‘Berusting‘. Het is een ontvangstplek geworden voor mensen die daar in alle rust hun dierbaren kunnen gedenken. Ook de aanwezigheid van de latent aanwezige kerk wordt door de bankjes versterkt. Daarmee slaat het een brug tussen verleden en het heden. Het is een ontwerp dat recht doet aan de locatie, de historie en de zeer specifieke kenmerken van de plek.
Bij de hoofdingang staat ter inleiding ook zo’n bankje en daarop staat de titel van het gedicht. Van Osch gaf zijn werk de naam “Tales of endurance” mee wat vrij vertaald betekent: “Verhalen die voortduren“.
Op het feest van Allerzielen (2 november) 2005 werd het met een passende ceremonie onthuld.