Tot het einde van de jaren zestig van de vorige eeuw werd in katholieke kring vastgehouden aan het principe dat ongedoopte kinderen, die dus niet van de erfzonde waren verlost, dan ook niet in gewijde grond mochten worden begraven. Deze vaak doodgeboren kinderen werden meestal ’s avonds volstrekt anoniem begraven. Veel ouders wisten dan ook vaak niet eens waar hun kind was begraven. Zo ook in Valkenswaard.
Uit overlevering is echter bekend dat deze kinderen zijn begraven op een strook onder de heg die het vak U (de kindergraven) scheidde van de algemene begraafplaats. Zo’n strook die niet tot de gewijde grond behoorde werd de kinderzoom of ‘limbus infantium‘ genoemd. In de laatste jaren van de vorige eeuw is het latent nog altijd aanwezige verdriet om deze gang van zaken boven komen drijven. In Valkenswaard is deze gedachte ook opgepakt en heeft het gemeentebestuur een dergelijk monumentje laten oprichten. Het staat in vak U dicht bij de plaats waar deze kinderen zijn begraven. Op 13 september 2003 is het tijdens een sobere plechtigheid onthuld en ingezegend door de deken W. Schaar van Valkenswaard.
Vermeldenswaard is nog het zandstenen reliëf dat het monumentje bekroont. De voorstelling is ontleend aan het evangelie volgens Lucas, 7e hoofdstuk, versen 11-17: De opwekking van de jongeling te Naïn. Het is afkomstig van een graf dat tot de ruiming rond 1975 in de buurt van de Maas-Leën kapel stond. Door zijn bijzondere waarde is het altijd bewaard gebleven.
Op het monument staat de volgende tekst: